Punthorst – Hasselt – Zwolle (30km)

De 21e loopt mijn pad van Punthorst via Hasselt naar Zwolle. Ook vandaag redelijk goed uitgerust en klaar om de 26 km te lopen. Vervolgens van de ‘Onze Lieve Vrouwebasiliek’ naar het Station. Gezellig gesproken met mijn gastvrouw die mij een heerlijk ontbijt presenteerde. Uitgebreid en eigenlijk heb ik teveel gegeten, maar het was lekker vers brood. Zoals iedere keer de rugzak weer inpakken, afrekenen de rugzak installeren en afscheid nemen om het pad te vervolgen. Een klein stukje teruglopen om de route weer op te pakken. Vandaag geen bossen, maar boerenlandschap met vergezichten. Dat is ook mooi, maar ben dan wel blij dat het droog is. Vandaag wel en het is ook warm, want al gauw trek ik de trui uit en doe een T-shirt aan. Toch de hoed op, want ook tegen de zon schelt het veel. Ik loop langs windmolen, die torenhoog boven mij uitsteken. Dit is de eerste keer dat ik die eigenlijk van dicht bij hoor. Je hoort ze best wel en dan stonden er hier drie, maar schrok van het geluid. Vroeg me af hoe het zou zijn als er een heel park zou staan of er dan ook echt sprake zou zijn van geluidsoverlast. Ik steek de A28 over en loop door Rouveen en sla een ruilverkavelingsweg in. Brede wijk er naast en zie in de verte een kerktoren, dat kan alleen maar de toren van Hasselt zijn. Die is echt nog klein en de weg loopt recht en erg lang. Gelukkig gebeurt er voldoende onderweg. Eenden en zwanen in de wijk, boeren op het land en de roofvogels in de lucht zoekend naar prooi. Ondertussen wordt de kerktoren van Hasselt nauwelijks groter. Zonder enige gedachte loop ik door tot het einde van de weg. Enige opluchting dat het hele uitzichtloze stuk achter mij ligt en er weer enige variatie komt in het omgeving. Langzaam nader ik Hasselt en loop richting het centrum waar de laatgotische Sint Stephanuskerk staat. Een oude centrum heeft Hasselt en oogt mooi. De klok slaat 12:00 uur en opeens krijgt de aankomst een ander gevoel. Klokslag 12 uur sluit ik het Jacobspad af. Nou ja gelijk maar even pauze en koffie met appelgebak scoren. Totaal volgens het boekje heb ik 208,5 kilometer erop zitten. Waarschijnlijk in werkelijkheid wat meer kilometers omdat ik hier en daar fout gelopen ben. Het maakt mij verder niet uit, het eerste traject ligt achter me en was mooi om te lopen. De kerk is bezet, want hoor de mensen in de kerk zingen.

“Als je kunt genieten van de stilte, ben je nooit alleen”

De routebeschrijving en -kaart staat in de gids “Jacobswegen in Nederland deel 2” met als subtitel, ‘te voet naar Santiago de Compostela’. Ik ga opzoek naar de richtingsaanduiding met de Jacobsschelp erop, maar kan het niet vinden. De beschrijving is duidelijk en zal me daarmee moeten redden. Ik krijg later de indruk dat de LAW aanduiding van toepassing is, maar mogelijk loopt hier ook een ander pad. Ik vertrouw het nog niet helemaal. De beschrijving is duidelijk en de GPS heb ik ook nog bij de hand. Hasselt is een mooi stadje, ik zie maar een klein deel, maar erg mooi deel. Ik loop de dijk op langs het Zwarte Water en geniet van de omgeving. Geheel anders dan tot nu toe en erg mooi. Vanaf de dijk ziet alles er anders uit, maar ben erg blij dat het droog is en het heerlijk weer is om te wandelen. Kronkelen over de dijk met mooie huizen, weilanden en aan de andere kant het Zwarte water. Ik kom voor het eerst wandelaars tegen, maar niet echt vreemd, want dit is de eerste dag dat ik in het weekend loop. Via Streukel, Holten en Genne loop ik naar het Haerster Veer om daar met het pontje het Zwarte Water over te steken. Het eindpunt in Zwolle is nu nabij. De Onze Lieve Vrouwebasiliek midden in het centrum is mijn eindpunt voor dit keer. Het is druk in Zwolle maar loop via een prettige laan richting het centrum. Ik weet niet of ik op route ben, maar weet waar ik moet zijn dus. Met de toren in het vizier, loop ik er feilloos naar de Basiliek. De rood/witte markering die ik eerder vandaag is hoogstwaarschijnlijk van de Overijssels Havezatenpad. Ik zal de markeringen verderop ook nog zien, maar voor het Pelgrimspad is de beschrijving het belangrijkste. Rond 16:00 ben ik bij de Basiliek. Erg groot., maar blijf niet te lang daar, want ik kan met Menno en Froukje terug naar Assen rijden. We hebben afgesproken bij het station dus trek ik verder. ’s Avonds moe, maar een douche doet weer wonderen. Volgens het boekje heb ik nu 208,5 + 13,9 = 222,4 kilometer afgelegd

Ruinen – Punthorst (33km)

Tijdens het ontbijt lekker gekletst met Mieke en haar een compliment gegeven voor de mooie kunstwerken die ze heeft gemaakt. De rugzak gevuld, afgerekend en weer op pad. Oops regen, dat had ik niet in de gaten, maar gelukkig was het na een kwartier droog. Over kleine wegen op weg naar Punthorst wat ongeveer 29 km lopen zou zijn. Achteraf de langste afstand van deze 3 dagen, namelijk 33 km. Via het Heeser veld naar Boswachterij Ruinen en als ik het bos in loop vang ik een geur op wat een opmerkelijke herinnering oproept. Een jeugdherinnering aan een vakantie op de Veluwe in Vierhouten. Bijzonder, maar ook wel leuk. Een bewijs, dat wanneer je je zintuigen opent voor de natuur, de inspiratie binnenkomt. Wandelen brengt lichaam en ziel in beweging is een spreuk die zeker van toepassing is. Heel bijzonder wat de natuur kan brengen. Een prachtige omgeving waar ik met veel plezier heb gelopen en volop genoten. In de buurt van het vakantiepark Westerbergen ben ik volgens mij ergens verkeerd gelopen. Ik heb geen aanwijzingen gemist, maar het komt absoluut niet overeen met het kaartje. Maakt verder ook niet uit, niet iedereen die dwaalt is de weg kwijt. In het restaurant van het vakantiepark even pauze genomen. Op dat moment bijna 10 kilometer afgelegd en een mooi moment. Ik was eerst van plan om in het volgend dorp koffie te scoren, maar gelukkig heb ik een wijs besluit genomen, want die mogelijkheid zou zich pas veel later voordoen blijkt achteraf. In mijn pauze wat notitie gemaakt en de kaart bekeken waar ik mogelijk fout ben gelopen. Ik kom er niet goed uit, maar hoe het ook zij, ik ben nu op route en daar gaat het om. Voor mij ligt een heel stuk langs het Hoogeveens vaart tot de Ossesluis. Daar steek ik de vaart over en loop vervolgens langs de weg naar de Wijk. Een vervelend deel van de route, vooral omdat het begint te regenen. Het hoort erbij zullen we maar zeggen, hoewel ik absoluut geen liefhebber van regen tijdens het lopen. Het begint overigens wel een beetje te wennen, maar ook omdat je geen keuze hebt als je zo onderweg bent. In de Wijk werd het weer droog en heb een korte pauze genomen. Na de Wijk liep een mooi pad, het Dickningerpad over het gelijknamige landgoed Dickinge. Erg mooi daar en vervolgens via Halfweg op pad naar het Staphorsterbos. Volgens kenners is het Staphorsterbos vergelijkbaar met de bossen in Canada. Ik moet zeggen dat ik er erg genoten heb en het is er zeker mooi. Het is wel moeilijk om een voorstelling te maken dat het vergelijkbaar is met Canada. Maar goed ik ben nog nooit in Canada geweest. Als ik het bos verlaat loop ik in 1 lange rechte weg naar mijn vrienden op de fiets, waar ik ga genieten van een heerlijke douche en overnachting. Dit keer zit ik alleen op mijn kamer en kijk wat series op de TV. Maak aantekeningen in mijn notitie boekje en ga op tijd naar bed. Beetje onrustige geslapen, maar wel goed uitgerust. Het was een mooie dagen volledig anders dan de vorige dag. Qua weer, maar ook qua beleving, want vandaag stond echt wel in het teken van de herinneringen opgeroepen door de metaforen in de natuur

Westerbork – Ruinen (32km)

19 mei 2016 begin ik met het volgende traject: Westerbork – Zwolle. Drie dagen lopen waarbij ik per dag rond de 30 kilometer afleg. Twee tussenstops, waarvan de eerste in Ruinen en de tweede in Punthorst. Henri brengt mij naar Westerbork, naar de Stefanuskerk, waar mijn tocht van drie dagen begint. De kerk was dicht, dus geen stempel gescoord, maar daar gaat het mij niet om. Ik hoop wel in Hasselt een stempel te krijgen, want dat is toch het eindpunt van het Jacobspad. Ik doe de rugzak op en na het afscheid van mijn broer ga ik op pad. Deel 2 van de Camino is begonnen. Het weer is prachtig en het duurt niet lang of de trui gaat uit. Kort daarna rits ik de pijpen eraf en geniet van de omgeving het weer. Langzaam voel ik de dagelijkse beslommeringen weg vloeien en voel me opgenomen door de omgeving. Vogels begeleiden me weer zoals ik gewend ben. De liederen van mijn reisgenoten overstemmen de stilte van de natuur. In de verte hoor ik een trekker en het geruis van het verkeer is nauwelijks hoorbaar. Slechts af en toe passeert mij een auto of kom ik een jogger tegen. Opvallend is dat ze altijd met oordoppen in hardlopen. Hierdoor sluit je je af van je omgeving, de inspirerende omgeving, maar kennelijk komt de kracht van het hardlopen uit de muziek die je onderweg hoort. Ik hou het mooi wat via mijn zintuigen binnenkomt. In deze omgeving heb ik vaker gelopen, nog niet zolang geleden met een groep van 8 personen. Vanaf het station in Beilen met een omtrekkende beweging naar Spier en via een andere lus weer terug. Een groot deel van de eerste lus loop ik nu weer, maar doordat het blad nu is uitgekomen, ziet alles er veel mooier uit. Op het Terhorsterzand wordt langs een ander pad geleid, een pad wat ik nog niet ken. Ook erg mooi hier, maar uiteindelijk loop ook weer via de boscamping naar Spier. Daar neem ik een pauze en heb dan 16 kilometer achter me liggen. Na de pauze doorkruis ik het Nationaal Park Dwingelderveld en dat is altijd weer een plezierig terugzien. Tot mijn verrassing loop ik steeds dichter naar de snelweg. Dit kan haast niet kloppen, maar de richtingaanwijzing gaf dit aan. Tijd om het boekje te pakken en ff controleren en het blijkt helemaal fout te zijn. Ik heb alleen de keus om terug te lopen, bekijk de situatie en de peilen voor beide looprichtingen staan fout. Later maar doorgeven via de site van het Jacobspad, de kaart geeft het goed aan en ik vervolg de route. Het weer is nog steeds fantastisch en schapen gaan aan de kant als ik ze te dicht nader. Ik dwaal van het ene paadje naar de andere doorsteek en geen moment verveelt de route. Langs de schaapskooi loop ik naar de Kraloër Heide en eenmaal daar zie ik een lang recht pad voor me liggen. Ik begin met de doorsteek en snap de spreuk in het boekje “Alleen zijn op deze aarde is te zijn op deze plek.”, want dat gevoel kreeg ik werkelijk. Niets in de weide omtrek, rondom me helemaal niets dan schrale grond en hier en daar een boompje. Ik trek verder en ben blij dat ik eindelijk de schaapskooi van Ruinen heb bereikt. Geen verre uitzichten meer, maar kan niet anders zeggen dat het bijzonder aanvoelde. Nauwelijks te beschrijven. Via het bezoekerscentrum van Natuurmonumenten en de molen ‘de Zandplatte’ (oude herinnering komt vaag bij me op) loop ik Ruinen binnen. Nog een korte pauze, voordat ik mij meld bij mijn Logies & Ontbijt ‘de Tijd‘ en word daar hartelijk ontvangen door Mieke. Ze laat me alles zien en tegen 18:30 is het etenstijd of kan ik mij melden in de keuken. Lekker gegeten en een prachtige avond doorgebracht met Piet (de gastheer). Een verblijf die nog lang in herinnering blijft. Wat een heerlijke momenten zijn het toch. Tot nu toe alleen maar mooie adressen getroffen voor mijn overnachtingen. Allemaal mooi op een andere manier, maar blijvend in herinnering